Japan! (WARNING: Wall of text 1/2) - Reisverslag uit Tokio, Japan van Bruno Lianne - WaarBenJij.nu Japan! (WARNING: Wall of text 1/2) - Reisverslag uit Tokio, Japan van Bruno Lianne - WaarBenJij.nu

Japan! (WARNING: Wall of text 1/2)

Blijf op de hoogte en volg Bruno

20 Januari 2014 | Japan, Tokio

Na een kort fotoblog-intermezzo hier weer eens geschreven tekst! Het is immers wel de bedoeling dat het blog (een beetje) bij is als we terug zijn. En dat is al over 2,5 week!

Het vorige blog eindigde op het punt dat we op het vliegtuig naar Tokyo zouden stappen. Iets dat oorspronkelijk niet in onze plannen voorkwam, maar na het een-en ander gelezen te hebben (en een erg vriendelijke en behulpzame Japanner tegenkwamen op een treinstation in Surat Thani, Thailand) besloten we het gewoon maar te doen.

Onze vlucht vertrok om 1 uur ‘s nachts, met fijne overstap om 5 uur ‘s nachts in Hong Kong, maar door de goede zorgen van Singapore Airlines kwamen we min of meer ongeschonden, en met een seizoen Community achter de kiezen, aan in Tokyo! Gezien de vrij forse prijzen voor hotels aldaar hadden we besloten om een slaapplek te vinden via AirBnB – een systeem waarmee mensen kamers in hun huis kunnen verhuren aan toeristen. Helaas hadden we geen geld voor een eigen kamer, maar alleen maar voor een stapelbed in de gang. Maar dat mocht de pret niet drukken, want onze host Hajime was niet alleen erg vriendelijke en behulpzaam, maar we mochten ook in een van de lege kamers slapen als er geen gasten waren! (Hij verhuurde naast het stapelbed nog twee kamers van het appartement). Verder heeft hij ons een aantal keer meegenomen naar leuke café’s, had hij een gigantische kaart met allemaal tips voor waar je lekker kon eten, en was het dus samengevat gewoon uitstekend geregeld.

Na onze eerste dag (6 november) de rest van de dag voornamelijk in-en rond het appartement gehangen te hebben – we verbleven trouwens in de wijk Omote-Sando, vol hippe kledingwinkels en aanverwante zaken – trokken we er de volgende dag op uit om een ander gedeelte van de stad te gaan verkennen. Tokyo is namelijk opgedeeld in verschillende wijken, elk met een heel eigen karakter, architectuur, etc. Het is dus niet een (gigantisch) grote stad, maar meer een collectief van verschillende kleinere steden. Gelukkig worden die met elkaar verbonden door een uitstekend metronetwerk, waarvan de enige minpunten zijn dat het a. maar tot 12 uur ‘s nachts rijdt (jammer bij uitgaan) en b. het tijdens de spits onvoorstelbaar druk is (wat vooral voor de terugreis jammer was (voornamelijk voor de medepassagiers), want toen moesten we daar met onze backpacks doorheen). Ook is de kaart soms wat verwarrend, omdat er drie verschillende bedrijven het verschillende netwerken runnen. Anyway.

De eerste ‘substad’ op onze lijst was Shibya, middelpunt van de jeugdcultuur in Tokyo met de iconische (althans voor Japanners) “101-store” en locatie van het drukste zebrapad ter wereld (schijnt, maar ons leek het in ieder geval geloofwaardig). Wij voelden ons ook lichtelijk underdressed – niet alleen vanwege de hippe Japanse jeugd die overal langs ons heen stroomde, maar ook omdat herfst in Tokyo gewoon best wel koud is (in Thailand was het toen nog gewoon een lekkere 30 graden). We hebben dan ook snel een shoppingexpeditie ingepland – naar de H&M wel teverstaan, want daar passen we de kleren tenminste.

De volgende dag besloten we het nabijgelegen Roppongi te gaan verkennen. Na een heerlijke brunch in een Italiaans restaurantje (weer een goede tip van Hajime. Men is in Japan schijnt het fan van de Italiaanse keuken – zal wel met de eenvoud van de ingredienten te maken hebben, of iets dergelijks) trokken we naar het National Art Centre, waar we prettig verrast werden door een tentoonstelling over van Gogh en Mondriaan in samenwerking met: Het Kroller-Muller Museum! Gelukkig bestaat er niet zoiets als te veel impressionisten e.d. zien, of in ieder geval voor Lianne niet ;). Na hier goed rondgekeken te hebben – helaas konden we ivm budget niet heel veel andere tentoonstellingen bekijken – trokken we door naar de Tokyo Tower, een soort uit de kluiten gewassen Eiffeltoren die prachtige panorama’s over de stad biedt. Gezien onze verslaving aan Skybar’s met zonsondergang, begonnen in Singapore, konden we dit niet missen. Aangezien het nog niet helemaal schemering was, gingen we echter eerst naar Zojoji, een tempel in de buurt. Hoewel het tempelcomplex zelf vrij oud is, heeft maar weinig de Tweede Wereldoorlog overleefd; Tokyo is verschrikkelijk gebombardeerd met brandbommen in Operation Meetinghouse. Toch voelt het complex nog wel enigzins oud aan, en dat gevoel met dan op de achtergrond de gigantische, moderne rood-witte Tokyo Tower schepte het contrast tussen oud en nieuw dat voor Bruno in ieder geval symbool ging staan voor onze reis naar Japan.

Want Tokyo is inderdaad veel wolkenkrabbers, gigantische TV-reclameborden en heel veel mannen in pak die snel naar hun werk moeten, maar Tokyo is ook oude tempels, traditionele huizen en gewoontes die echt al eeuwen teruggaan. De Onsen bijvoorbeeld, openbare badhuizen waar je je wast voordat je in bad gaat (gekke Aziaten ook).

Na het oud dus het nieuw, en het uitzicht van de Tokyo Tower was fantastisch. Het valt ons in (hoofd)elke stad weer opnieuw op hoe gigantisch deze steden wel niet zijn; iets dat eigenlijk alleen vanaf grote hoogte te zien is. Daarnaast viel de obsessie met Kerst op – het was begin november, maar toch had al het personeel een kerstmuts op, en stond er een grote kerstboom, compleet met lichtjes, voor de deur. Apart. Ook apart: een maid-café. Onze host had ons uitgenodigd om, samen met twee Canadese dames die ook in ‘ons’ appartement sliepen, een bezoek te brengen aan een café waar alle serveersters een dienstmeid-pakje aanhebben en de hele muur is behangen met Nintendo-graphics e.d. Het hele geval moet in ieder geval ‘Kawaii’ (schattig/lief) zijn, wat enigzins teniet gedaan wordt door de kotsemmers op de vloer en de slapende totaal laveloze Japanners op de banken. Je kon in dit café namelijk ook voor 20 euro een paar uur onbeperkt drinken. Rare combinatie! Hoe dan ook een waanzinnig gezellige avond gehad, en de volgende dag (zaterdag) lekker uitgeslapen.

Die avond op stap gegaan naar Harajuku, wederom een jongerenbuurt, en wederom dichtbij ons appartement. Het valt ons steeds meer op hoe uitstekend de locatie is, en ook met de host en medebewoners hebben we het dus goed getroffen. Fijn! Harajuku staat bekend om zijn cosplay/otaku cultuur, waarbij mensen ontzettend veel moeite steken in hun outfit, of om zich te kleden als een videogame of comicbook karakter, of om een bepaalde ‘stijl’ (een bekende is een soort mix tussen lolita- en gothic kleding) te perfectioneren. Helaas hebben we er niet heel veel gezien :(

Daarom trokken we zondag naar Akihabara, het tech-district, waar je alles aan electronica kunt krijgen. Onze wekker was nogal bijzonder vandaag: een heuse aardbeving! Haalde zelfs nu.nl, wat Hajime hilarisch vond – dit gebeurde volgens hem namelijk ongeveer een keer per maand. Voor ons was het in ieder geval mooi om van de bucketlist af te strepen. Akihabar biedt een mooie kans om wat oude gameboy- en nintendo-64 spellen op de kop te tikken, en het is heerlijk om even volledig te geek uit te hangen. We hadden dan ook veel lol in de arcade-hallen, manga-winkels en gewoon op straat met mensen kijken. We besloten ook om terug te komen, om onszelf te trakteren op een leuke gadget. ‘s Avonds lekker noodles gegeten in een ‘bento’ tent – een goedkope noodletent, eigenlijk. Een van de manieren om onze uitgaven enigzins onder controle te houden, want Tokyo is veel, veel duurder dan waar we tot nu toe geweest zijn, en ons budget gaat best hard. Bovendien zijn het erg lekkere noodles!

Maandag 11 trekken we wederom naar Roppongi, voor een bezoek aan Roppongi Hills, de natte droom van elke SimCityspeler. Het is een gigantische wolkenkrabber die fungeert als mini-stad: er zitten appartementen, winkels, supermarkten en een eigen metro-station in. Eigenlijk alles wat je als brave burger nodig hebt, dus. Maar daarvoor zijn we hier niet, want wij komen voor het Mori Art Museum, dat een tentoonstelling over ‘Japan na Fukushima’ heeft. Zoals gewoonlijk bij moderne kunst raakte het ene werk ons wat meer dan het andere, maar we hebben zeker een aantal heel mooie (en rare, op een goede manier) werken gezien. Als bonus is het Mori Museum ook nog eens op de 53e verdieping, en we genieten van het uitzicht met een koffie en wat te eten.
Vanaf daar haasten we ons door naar Meiji Jingu, zo’n beetje de belangrijkste tempel van Tokyo, omringd door een mooi bebost gebied. Lianne heeft nog een mooi geluksamulet op te kop kunnen tikken ter vervanging van degenen die van haar tas waren gevallen. Ook hier werd de tegenstelling tussen nieuw Tokyo (Roppongi) en oud Tokyo (de tempel) weer goed duidelijk, al moet daarbij gezegd worden dat de Meiji nieteens erg oud is. Maar het voelde wel zo!

Woensdag de 13e begon met wat formaliteiten: we wouden graag het keizerlijk paleis bezoeken, maar daar moet je officiele toestemming voor vragen. Dus, na online het aanvraag-aanvraagformulier ingevuld te hebben en voor de zekerheid nog een keer te bellen, gingen we op pad naar het paleis om ons een goed te laten doorlichten. We leveren braaf ons paspoort in bij de poort, er wordt wat heen en weer gebeld en net als we denken dat alles ok is blijkt dat we slechts toestemming hebben gekregen om de paleisgronden te betreden om toestemming te krijgen de volgende dag langs te mogen komen! Verwarrend proces. Met goedkeuring op zak pakten we de metro naar Ueno park, waar het Tokyo National Museum gevestigd is. Veel mooie stukken gezien, en vooral de prachtige houten beeldjes en maskers uit de zevende eeuw (in een hypermodern gebouw!) maakten veel indruk. We hebben ook onze toekomst laten voorspellen; gelukkig zag het er allemaal erg rooskleurig uit. Daarna aan de noordwest kant het park uitgelopen om heel even de wijk Ikenohata te zien, waar nog veel oude houten huizen staan en de gekte van de metropool Tokyo erg ver weg lijkt.
Inmiddels was de schemering gevallen en was het tijd om te vertrekken naar Sensoji, een van de weinige tempels in Tokyo die eigenlijk altijd open is. ‘s Avonds mooi verlicht, en we konden wederom onze toekomst voorspellen door te kijken welk stokje er uit een bak kwam vallen. Lianne had gelijk een goeie, maar bij Bruno stond er gewoon keihard ‘Bad Luck!’ Gelukkig doet met daar niet moelijk over: gewoon het papiertje vastbinden, de goden smeken om meer mazzel en opnieuw proberen. Het scheen te werken, want de tweede keer kwam er mooi ‘best luck’ uit de koker rollen! Dat is dan weer mooi meegenomen. Tot slot ons nog lekker even uitgeleefd in de ‘Batting Cage’ in de buurt – wat een heerlijk systeem!

Donderdag was dan de dag dat we het paleis inmochten. Wel in een tour natuurlijk, zelf rondlopen was vanzelfsprekend verboden. Het paleis was ook weer heerlijk rustig vergeleken met de vele wolkenkrabbers er vlakbij, en al was de tour niet waanzinnig interessant (waarschijnlijk meer voor lokale touristen bedoeld), was het wel een goede mogelijkheid om in de mooie tuinen te kijken (erg mooi in de herfst!), en de nog staande toren van een Shogun-fort van dichtbij te kunnen zien. Na afloop heerlijk Sushi gegeten in de kelder van een lokaal kantoorgebouw – met korting ook nog eens, omdat de lunchtijd eigenlijk al was geweest, en de sushi dus niet meer hypervers was. Wij hebben het verschil in ieder geval niet geproefd.

Omdat we Tokyo na zo’n 10 dagen wel een beetje hadden gezien – en omdat we er erg graag heen wouden - hadden we besloten om een bezoek te brengen aan Kyoto, slechts drie uur weg met de Shinkansen (de befaamde Bullet-trains). De treinkaartjes kregen we overigens cadeau van Bruno’s ouders, nogmaals bedankt!
Niet gehinderd door enige planning pakten we de vijftiende onze dagrugzakjes in voor een 2dagen, 1nacht bezoek aan de tempelhoofdstad van Japan. En hij stelde niet teleur, integendeel. Een volledige beschrijving geven van alle tempels gaat hier wat ver, en we zullen ons helaas moeten beperken tot de hoogtepunten (al zijn er daar erg veel van).

We begonnen ons bezoek vrij rustig, met een bezoek aan een reusachtige houten tempel vlakbij het station, en een heel klein schattig tempeltje daar niet ver vandaan.
Nijo castle, een shogun-kasteel uit de 17de eeuw compleet met nachtegaalvloeren, een favoriet van Lianne. De herfstkleuren van de esdoorns overal in de omgevig zijn schitterend, en we snappen direct waarom toeristen Kyoto zo hoog hebben zitten.

Na het kasteel zijn we doorgelopen langs onder andere Shoho-Ji, die met esdoorns en namiddaglicht recht op de toegangspoort helemaal rood kleurde en bijna onvoorstelbaar mooi was. Deze route leidde ons vrijwel vanzelf naar Ishibe Alley, een buurt met allemaal oude houten huizen. Op zichzelf al mooi, en nog leuker gemaakt door alle lokale toeristen die zich als Geisha hadden verkleed. Je weet wel dat het nep is, maar het voegt toch ook wel wat toe. Voordat we een hotel gingen zoeken brachten we nog een bezoek aan Kyomizu Dera, dat over de stad uitkijkt. Daar heerlijk genoten van de zonsondergang, tot we eruit getrapt werden omdat de tempel klaargemaakt moest worden voor het nachtprogramma.

Wellicht nog wat geinspireerd door ons rucksichlos reizen in Zuid-Oost Azie hadden we dus besloten om voor Kyoto geen hotel te boeken – wat we konden vinden in het gelimiteerde aanbod online was erg duur (denk: een goede 50 euro per nacht), en we hadden daar geen zin in. Dat bleek een beetje onverstandig, want in Kyoto was het wegens de herfstkleuren hoogseizoen, en vrijdagavond (weekend!) bovendien. Oeps! Na een paar keer door een meewarig glimlachende hotelbons te zijn weggestuurd, vonden we gelukkig nog een (prima betaalbaar!) plekje omdat een ander stel op het laatste moment had afgezegd. Crisis averted. Gegeten in een hip restaurant met originele (lage) Japanse tafels en authentieke gerechten die erg goed bevielen. Kyoto is prachtig!

Zaterdag staan we vroeg op om bij de Golden Pavilion de zonsopgang te kunnen bewonderen. Dat is een populair uitje, en terecht: het is adembenemend. Bij onze rondgang om de tempel wist Lianne trouwens ook nog een muntje precies in een bakje te gooien. Dat moet ook vermeld worden. We bekeken nog een aantal andere tempels in de buurt, waarbij Daisen-In, in het Daitoku-Ji complex, veruit onze favoriet was. Rustig, geen andere toeristen, en een grote zentuin van kiezels, boompjes en rotsblokken die elke ochtend (!) helemaal opnieuw aangeharkt werd. We konden er ook nog eens heerlijk thee drinken, waarbij de gewoonte is dat er bij de bittere groene thee altijd een zoet koekje komt. Raad maar welke onderdelen bij elk van ons favoriet was.

Met het gouden paviljoen op ons lijstje kon het zilveren paviljoen natuurlijk niet achterblijven, en we pakten de lokale bus daarheen. Even wennen na de luxueuze metro’s van Tokyo! In het Silver pavilion viel wederom de zengarden en enorme grindheuvel op (het klinkt een stuk minder bijzonder dan het was!), alsmede de grote stroom toeristen. Dit complex leidde ons vrij natuurlijk door in het Path of Philosophy, een natuurwandeling langs een beekje met (wederom) veel esdoorns, en die langs veel tempels leidt. We bekeken hier o.a. nog Honen-In en Nansenji.

Aan het einde van een lange dag trokken we als laatste nog door naar het Fushimi Inari shrine, eigenlijk een collectie van hoge honderden, duizenden rode poorten waar je een voor een doorheen loopt de berg op. Zeker op de rustigere stukken gaf het een heel surreeel gevoel. Er staan ook veel vossenbeeldjes (want de vos is een boodschapper van de god Inari), maar we hebben maar niet gevraagd wat ze zeggen. En daarmee konden we terug naar het station! Na daar op de vijftiende verdieping nog een laatste maal genoten te hebben van het uitzicht over de stad hebben we de terugreis aangevangen. Die avond zijn we gaan feesten met de Canadese zusjes en Hajime in Shibuya, compleet met willekeurig optreden van een willekeurige Japanse rapformatie. Top.

Na de paar drukke dagen in Kyoto en het uitgaan van gisteren hebben we deze zondag maar weinig gedaan. 's Avonds hadden we met de Canadese zusjes afgesproken om naar een 'cat bar' te gaan waar ons knuffelen met katten was beloofd. Helaas bleek deze bar dicht te zijn . Na wat gewinkel van de dames in het befaamde 109 kledingwarenhuis treffen we Hajime om samen te gaan eten. Zij hadden voor ons gereserveerd en besloten waar we zouden gaan eten en dit was maar goed ook! Zelf hadden we het restaurant nooit gevonden; na eerst onder een flat door gelopen te zijn en over een bruggetje langs het spoor, kwamen we aan bij een half-hoge Samourai-deur (zo klein gemaakt dat je er niet met een getrokken zwaard doorheen kan). We bestellen echte Japanse sake uit bamboeglaasjes en allemaal kleine gerechtjes met als hoogtepunten de creamcheese tofu, tonijntartaar en vis die voor ons op tafel werd geflambeerd. Na een super gezellige avond nemen we afscheid van Helen en Amy die die avond het vliegtuig moeten nemen.
We besloten na een rustig begin van de dag terug te gaan naar een tempelcomplex waar we eerder vlak voor sluitingstijd waren geweest (Meiji) om nu ook de tuin te bezoeken. Na alle moois uit Kyoto viel deze een beetje tegen, maar alle verklede kindjes in hun mooiste kleding waren erg schattig. Toen was het eindelijk zo ver! Loopbandsushi! De rest van de avond brengen we door met goede gesprekken met Hajime over zijn bedrijf, het Japanse bedrijfsleven en het leven in het algemeen.

Zo aan het einde van onze trip naar Japan hadden we het gevoel al erg veel te hebben gezien van Tokyo en besloten we op aanraden van Hajime een uitstapje naar het dichtbijgelegen Kamakura te maken. In plaats van de directe JR-trein, nemen we de toeristische route waarvan het laatste deel in de 'Enoden' (half trein half 'streetcar') langs de kust reed met uitzicht op Enoshima eiland, Shonan kust en zelfs Mount Fuji. De stad is aan drie kanten omringd door bergen en aan een kant door de zee. Wij besloten aan de westkant van de stad te gaan kijken. Na een wandeling door de stad kwamen we aan bij de Hasedera tempel, gewijd aan de god Kannon met mooie uitzichten over de stad en de zee en met een kleine grot gewijd aan een godin. Vervolgens was de Kokotuin tempel, met daarin een 13,35 meter hoge boeddha aan de beurt. Voor een luttele 20 Yen mochten we zelfs een kijkje nemen in het beeld. Tijdens de wandeltocht door de westerlijke bergen (nouja, heuvels), zagen we onder andere Zeniarai Ben Zaiten shrine. In deze shrine worden mensen aangemoedigd hun geld te wassen met mandjes in het bergwater in de hoop geld, na het te hebben uitgegeven, 2x meer terug te krijgen. Wij wasten netjes ons overgebleven geld met de gedachte niet geschoten is altijd mis! We namen net op tijd de Enoden naar Inamuragasaki park voor een erg mooi (en winderig!) uitzicht van de ondergaande zon achter Mount Fuji. In het centrum van de stad bleken de meeste winkeltjes al dicht, dus besloten we maar terug te gaan naar Tokyo om onze spullen te pakken voor de (terug)vlucht naar Thailand en afscheid te nemen van Hajime.

Tot slot: Japan lijkt een van die weinige landen waar (vrijwel) alle vooroordelen waar zijn. De drukke metro’s, het krankzinnige bedrijfsleven (blijven totdat de baas naar huis is, ook al doe je letterlijk niets), de obsessie met manga, de LCD-schermen… Ongelofelijk. Japan was fantastisch, en absoluut een van de hoogtepunten van de reis (in ieder geval voor Bruno). De mensen zijn waanzinnig vriendelijk en behulpzaam, en ondanks hun af en toe gekke gewoontes (het niet willen aanraken van contant geld, bijvoorbeeld) en hun gebrekkige Engels zijn we erg dol op ze.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Bruno

Actief sinds 02 Aug. 2013
Verslag gelezen: 1937
Totaal aantal bezoekers 21518

Voorgaande reizen:

02 Augustus 2013 - 31 December 2013

Mijn eerste reis

Landen bezocht: